Osteoporosepoli

Bent u 50 jaar of ouder en komt u met een botbreuk in het WZA? Dan krijgt u meestal een uitnodiging voor een bezoek aan de osteoporosepoli.

Als u klachten hebt die mogelijk te maken hebben met osteoporose, kan uw huisarts u ook verwijzen naar de osteoporosepoli.

Wat is osteoporose?

Osteoporose is een ander woord voor poreus, zwak bot. Normaal is bot een dichte, stevige massa. Bij osteoporose zit er minder kalk in het bot, waardoor het bot broos wordt. Daardoor heeft iemand met osteoporose meer kans om iets te breken. In plaats van osteoporose zegt men ook wel 'botontkalking'.

Onderzoek

Vóór uw bezoek aan de osteoporosepoli hebt u op de afdeling Radiologie een afspraak voor een botdichtheidsmeting, een zgn. DEXA-meting. 

Na de DEXA-meting hebt u een gesprek met een internist om de uitslag te bespreken.

Afhankelijk van de uitslag kunt u het advies krijgen om bloed te laten prikken. Er wordt dan onder andere gekeken naar de hoeveelheid calcium en vitamine D in uw bloed.

Behandeling

Als blijkt dat u osteoporose hebt, krijgt u van een osteoporoseverpleegkundige leefstijladviezen om verdere ontkalking van uw botten tegen te gaan. Regelmatig wandelen is bijvoorbeeld goed. Ook is het belangrijk dat u rekening houdt met uw voeding (zuivelproducten voor voldoende calcium en bijvoorbeeld vette vis vanwege de vitamine D). Bij een tekort aan calcium kan het verstandig zijn om calciumtabletten te gebruiken. Hebt u te weinig vitamine D, dan zal men u vitamine D-supplementen adviseren.

Bij ernstige osteoporose schrijft uw internist medicijnen voor (meestal Alendroninezuur of Risedroninezuur). Deze medicijnen remmen de afbraak van de botdichtheid, waardoor u minder kans hebt op een botbreuk. Meestal moet u deze medicijnen in ieder geval vijf jaar blijven gebruiken.