Osteoporose is een ander woord voor poreus, zwak bot. Normaal is bot een dichte, stevige massa. Bij osteoporose zit er minder kalk in het bot, waardoor het bot broos wordt. Daardoor heeft iemand met osteoporose meer kans om iets te breken. In plaats van osteoporose zegt men ook wel 'botontkalking'.
Na de overgang (meestal rond het 50ste jaar) wordt de botdichtheid bij vrouwen minder, bij mannen neemt de botdichtheid af vanaf ongeveer 70 jaar. Vanaf dat moment is het belangrijk dat u ontkalking van de botten zoveel mogelijk probeert tegen te gaan. Zet de botontkalking door en komt de botdichtheid onder een bepaalde grens, dan noemen we dat osteopenie. Neemt de stevigheid van de botten nog verder af en worden ze zo broos dat u makkelijk iets kunt breken, dan spreken we van osteoporose.
Oorzaken
De kans dat u osteoporose hebt, is groter bij:
- langdurig gebruik van bepaalde medicijnen (zoals prednison)
- erfelijke aanleg (een ouder met osteoporose)
- ondergewicht
- een vroege overgang
- weinig beweging (bijvoorbeeld als u afhankelijk bent van een rolstoel)
- of sommige ziekten, zoals reuma, diabetes of coeliakie
Als u rookt, weinig buiten komt, weinig beweegt en onvoldoende calcium en vitamine D uit uw voeding krijgt, hebt u ook meer kans op osteopenie of osteoporose.
Osteoporosepoli
Als u osteoporose hebt, weet u dat vaak zelf niet. Meestal wordt het pas ontdekt als u iets breekt, bijvoorbeeld uw heup of pols. Als u 50 jaar of ouder bent en u komt met een botbreuk in het WZA, dan krijgt u een uitnodiging voor een bezoek aan de Osteoporosepoli. Ook uw huisarts kan u verwijzen naar de Osteoporosepoli, bijvoorbeeld als u rugklachten hebt die misschien het gevolg zijn van 'ingezakte' wervels.
Stevig bot Poreus bot