Als uw huisarts of medisch specialist niet met zekerheid kan vaststellen waar uw klachten vandaan komen, kan hij u doorverwijzen naar de afdeling Radiologie (röntgenafdeling). Daar maakt men met beeldvormende technieken een gedetailleerd beeld van de weefsels, botstructuren of organen die uw klachten veroorzaken.
Afhankelijk van het soort onderzoek maakt de radioloog voor de beeldvorming gebruik van:
- röntgenstralen (angiografie, CT-scan, hartkatheterisatie, stereotactische punctie, mammografie)
- geluidsgolven (echografie)
- magnetische velden (MRI)
- radioactieve stoffen, meestal via injecties (nucleair geneeskundig onderzoek)
Radiodiagnostisch laborant
De radioloog werkt nauw samen met de radiodiagnostisch laborant. Deze medewerker voert de meeste onderzoeken zelfstandig uit en geeft de uitkomsten van het onderzoek door aan de radioloog, die vervolgens een diagnose stelt. Sommige onderzoeken voert de radioloog zelf uit. Uw huisarts of behandelend specialist bespreekt samen met u de uitslag en de eventuele vervolgstappen.
Risico's
De hoeveelheid straling die gebruikt wordt bij röntgenonderzoek is zo klein, dat het niet gevaarlijk is.
Zwangerschap
Bent u zwanger? Voor een ongeboren kind kan röntgenstraling gevaarlijk zijn. Uw arts bepaalt dan hoe u het beste kunt worden onderzocht. Als pas na het onderzoek blijkt dat u tijdens het onderzoek zwanger was en uw baarmoeder heeft directe straling gekregen, neem dan contact op met de röntgenafdeling. De radioloog maakt vervolgens een inschatting van de hoeveelheid straling die uw ongeboren kind heeft gekregen. Over het algemeen is dat echter zo laag dat verdere maatregelen niet nodig zijn.