Stoppen met bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunners? Dan kan het zijn dat u daar een aantal dagen voor de behandeling mee moet stoppen. De neuroloog bespreekt dit met u.
- Plavix (Clopidogrel), Efient (Prasugrel) en Persantin (Dipyridamol): zeven dagen voor de behandeling stoppen.
- Marcoumar (Fenprocoumon): vijf dagen voor de behandeling stoppen.
- Sintrom (Acenocoumarol): drie dagen voor de behandeling stoppen.
- Arixtra (Fondaparinux), Xarelto (Rivaroxaban) en Pradaxa (Dabigatran): twee dagen voor de behandeling stoppen.
- Ascal (Carbasalaatcalcium of Acetylsalicylzuur): dit mag u blijven gebruiken.
Gebruikt u de bloedverdunners Fenprocoumon of Acenocoumarol? Dan moet u op de dag van de behandeling eerst bloed laten prikken bij het afnamelaboratorium. Dat is nodig om uw bloedwaardes te controleren.
De dag na de behandeling kunt u weer beginnen met het gebruiken van bloedverdunners. Tenzij de neuroloog anders voorschrijft. Hebt u nog vragen over het stoppen met bloedverdunners? Neem dan contact op met de poli Neurologie.
Vervoer regelen voor de terugweg
Na de behandeling mag u niet zelf naar huis autorijden. Spreek daarom van tevoren af dat iemand u na de behandeling naar huis brengt. Eventueel kunt u (voor eigen rekening) een taxi regelen. Als u toch zelf rijdt en een ongeluk veroorzaakt, bent u mogelijk niet verzekerd.
Overgevoelig?
Misschien bent u overgevoelig voor bepaalde medicijnen of bijvoorbeeld voor jodium of pleisters. Als er sinds uw eerste bezoek aan de poli Neurologie iets is veranderd, wilt u dat dan doorgeven?
Eten en drinken
U kunt voor de behandeling gewoon eten en drinken.
Zwanger?
Meld het voor de behandeling als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger bent. Dit in verband met het gebruik van röntgenapparatuur en medicatie.