Als u een afspraak hebt bij de orthopeed, bespreekt u wat de klachten zijn. U hebt bijvoorbeeld:
- Pijn en stijfheid bij lopen, staan en traplopen
- Startpijn, dit betekent dat de pijn erger is bij opstaan na rust
- Geleidelijk ontstaan en wisselend van aard
- Knie blokkeert niet (geen slotklachten)
- Eventueel een zwelling, kraken of krachtsverlies van de knie.
De orthopeed zal u lichamelijk onderzoeken. Als het nodig is wordt er een röntgenfoto (voor of na het gesprek) gemaakt. Ook kan er aanvullend en extra onderzoek worden gedaan. De orthopeed bespreekt daarna met u wat er aan de hand is en geeft advies.
Veel mensen komen bij de orthopeed met de verwachting dat ze een MRI-scan of een kijkoperatie (artroscopie) krijgen. Maar recent onderzoek toont aan dat dit meestal niet zinvol is.
MRI
Een MRI laat bij mensen boven de 50 jaar eigenlijk altijd afwijkingen zien, ook bij mensen die helemaal geen klachten hebben. Die afwijkingen zijn dan ook lang niet altijd de verklaring voor de klachten. De oorzaak van dit soort klachten is meestal veroudering van het kraakbeen of de meniscus. De orthopeed kan dat goed vaststellen op basis van een gesprek, lichamelijk onderzoek en een gewone röntgenfoto. Een MRI is hiervoor niet nodig.
Kijkonderzoek - artroscopie
Een artroscopie is zinvol als er losse stukjes bot of kraakbeen in het kniegewricht zitten waardoor de knie blokkeert. Ook bij een plotseling gescheurde meniscus bij een jonge sporter heeft deze knieoperatie zin. Maar bij mensen van 50 jaar en ouder met dit soort klachten blijkt een artroscopie geen verbetering te geven. Kraakbeen dat verouderd is, is helaas niet met een operatie te repareren.
En een operatie waarbij de meniscus geheel of gedeeltelijk verwijderd wordt, kan de ontwikkeling van artrose versnellen. De orthopeed raadt een artroscopie in deze gevallen dan ook af, om onnodig risico en teleurstelling achteraf te voorkomen.