Door een ontsteking van een anaalklier (een klier in het anale kanaal) kan een abces ontstaan, een holte gevuld met pus. Het abces zoekt zich een weg naar buiten en er kan zich dan een gangetje vormen tussen het anale kanaal en de huid rond de anus. Zo'n gangetje heet een peri-anale fistel.
Als het abces weg is, blijft de fistel soms bestaan. Via de fistel kan er vocht, lucht en soms ontlasting naar buiten komen. Ook kunnen er nieuwe abcessen ontstaan.
Een fistel gaat bijna nooit vanzelf over. Meestal is een operatieve behandeling nodig. De behandeling zorgt ervoor dat pus wordt afgevoerd, dat er geen nieuwe ontstekingen komen en dat de fistel uiteindelijk dichtgroeit.
Een fistel kan altijd terugkomen. Na een fistulotomie is die kans kleiner dan na een seton-drainage. Daarom doet de chirurg, als dat kan, een fistulotomie. Door de plaats van de fistel is een fistulotomie echter niet altijd mogelijk.