Als uw longarts heeft vastgesteld dat u mogelijk longkanker hebt, vinden er verschillende onderzoeken plaats om met zekerheid een diagnose te kunnen stellen.
PET-CT- scan of CT-scan
Afhankelijk van de bevindingen van de longarts kan er een afspraak worden gemaakt voor een PET-CT-scan of een CT-scan van uw longen. Bij een CT-scan wordt er met behulp van röntgenstralen vanuit verschillende hoeken een aantal dwarsopnames van uw longen gemaakt. Een PET-CT-scan bestaat uit een PET-scan en een CT-scan. Met een PET-scan is het mogelijk om opnamen te maken van het hele lichaam. Bij een PET-scan krijgt u een kleine hoeveelheid radioactieve vloeistof ingespoten.
Voor een CT-scan kunt u terecht in het WZA. Voor een PET-CT-scan gaat u naar het Martini Ziekenhuis. Tegelijk met het afspraakbericht krijgt u aanvullende informatie over het onderzoek en de voorbereidingen die u moet treffen.
Bronchoscopie
Met een bronchoscopie kan de longarts uw luchtwegen (bronchiën) en luchtpijp van binnen bekijken en kunnen er stukjes weefsel (biopten) worden weggenomen voor nader onderzoek. Bij het onderzoek wordt gebruikgemaakt van een bronchoscoop. Dit is een dunne, soepele slang met een cameraatje dat in verbinding staat met een beeldscherm. De longarts brengt de bronchoscoop door uw neus of mond naar binnen en schuift deze verder, totdat hij de binnenkant van uw luchtwegen goed kan zien.
Longfunctieonderzoeken
Om een goed beeld te krijgen van de werking van uw longen, worden er longfunctieonderzoeken gedaan: een spirometrie en een diffusiecapaciteit-onderzoek. Met een spirometrie wordt gemeten met hoeveel kracht u kunt blazen en hoe groot uw longinhoud is. Met een diffusiecapaciteit-onderzoek wordt onderzocht hoe snel de zuurstof die u inademt, in uw bloed terechtkomt.