We kunnen verschillende onderzoeken doen om meer informatie te krijgen over de ritmestoornis:
Hartfilmpje (ECG)
Om te bepalen welke ritmestoornis het precies is, maken we een hartfilmpje (ECG), eventueel aangevuld met een Holteronderzoek.
Holteronderzoek 24 of 48 uur
Het registreren van uw hartritme gebeurt met een Holter-recorder, die u draagt in een tasje om uw nek. Via draden is de recorder verbonden met plakkers op uw borst. De recorder is zo klein, dat u deze gemakkelijk onder een trui of shirt kunt dragen.
ePatch holteronderzoek 7 dagen
Door gebruik te maken van een holteronderzoek met de ePatch kunnen we vaststellen of u hartritmestoornissen heeft. Tijdens dit onderzoek registreren we 7 dagen lang uw hartslag. U krijgt hiervoor 1 plakker midden op de borst, waar de recorder op vastgedrukt wordt. U doet thuis uw gewone dagelijkse activiteiten. Op het klachtenoverzicht dat u meekrijgt, schrijft u welke klachten u hebt. Na 7 dagen verwijdert u zelf de ePatch en brengt deze, samen met het klachtenoverzicht, op het afgesproken tijdstip terug naar de polikliniek.
Kardia-app
Als u een hartritmestoornis hebt, zijn de klachten niet altijd aanwezig (of meetbaar) als u in het ziekenhuis bent. In dat geval kunt u van uw zorgverlener een opnameapparaatje (KardiaMobile6L) mee krijgen naar huis. Met de Kardia kunt u zelf een hartfilmpje (ECG) maken als de klachten beginnen en deze op een veilige manier naar het ziekenhuis sturen.
Looprecorder
Een andere mogelijkheid is een implanteerbare hartritmemonitor (ook wel looprecorder genoemd). Dat is een apparaatje zo groot als een USB-stick. De cardioloog plaatst de looprecorder onder de huid vlak naast het borstbeen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Zo kunnen we ritmestoornissen langere tijd registreren.