Tiny Hekker (1963), technisch oogheelkundig assistent
Wat doe je als TOA, technisch oogheelkundig assistent?
“Vroeger deed de oogarts alle onderzoeken zelf, maar omdat het steeds drukker wordt, nemen gespecialiseerde ondersteuners, zoals een TOA, een deel van de taken over. Ik luister naar wat de klachten zijn en ik schat in welke onderzoeken gedaan moeten worden. Ik meet bijvoorbeeld de bril door, meet de oogdruk en doe onderzoek met de microscoop in het voorste segment van het oog. Ik kan de gezichtsscherpte meten, een lensmeting doen of de dikte van het hoornvlies meten. Als TOA gebruik ik dan ook heel erg veel apparatuur.”
Waarom heb je voor dit vak gekozen?
“Ik ben in 1981 als doktersassistente in het WZA begonnen en heb op veel verschillende poliklinieken gewerkt. Rond mijn veertigste wilde ik meer verdieping in mijn werk, ik wilde me specialiseren. Ik werkte toen op Oogheelkunde. Daar deed zich de kans voor om de opleiding tot TOA te doen. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen. Ik was in 2004 de eerste die tot TOA opgeleid werd.”
Wat vind je mooi aan dit werk?
“Onder supervisie van de oogarts voer ik heel veel onderzoeken zelfstandig uit. Het is fijn om mee te denken met de oogarts. Ik moet ervoor zorgen dat het spreekuur van de oogarts doorloopt en dan is het handig dat ik stressbestendig ben. Ik vind het fijn, ook al is het maar tien minuten, om één op één-contact te hebben met een patiënt. Als mensen achteraf zeggen dat ik ervoor gezorgd heb dat ze zich op hun gemak hebben gevoeld tijdens een onderzoek, dan bevestigt dit dat ik met dit vak de juiste keuze heb gemaakt. Het is hard werken op de poli oogheelkunde, maar we hebben een fantastisch team met hart voor de patiënten. ”
Wat vind je leuk aan werken in het WZA?
“Ik heb acht jaar als TOA in andere ziekenhuizen in Groningen en Drenthe gewerkt. Daar, miste ik de gemoedelijke sfeer van het WZA. Je weet soms pas wat je mist als je weg bent! Ik heb het WZA toen aangegeven dat ik graag terug wilde komen als er een vacature zou zijn. Dat was drie jaar geleden het geval en sindsdien ben ik weer terug in het WZA. Het voelde als thuiskomen, echt. Ik ga nu iedere dag met veel plezier naar mijn werk.”
Is er een moment dat je extra bijgebleven is?
“Er zijn zoveel leuke momenten geweest! Ik vind het fijn om oudere mensen te helpen en op hun gemak te stellen. Verstandelijk beperkte mensen is ook een uitdaging. Als het me lukt om goed onderzoek te doen en de patiënt met een lach de deur uit te laten gaan, dan geeft me dat een goed gevoel.”