Laura Teune (1981), neuroloog
Wat doe jij in het WZA als neuroloog?
“Ik ben mede in het WZA gekomen om me te focussen op de ziekte van Parkinson. In mijn promotieonderzoek heb ik me gericht op patiënten met Parkinson en parkinsonisme: dan heeft iemand wél de verschijnselen zoals stijfheid, traagheid en beven, maar hij heeft géén Parkinson, maar bijvoorbeeld MSA of PSP. In het beginstadium is het lastig om onderscheid te maken tussen deze ziektes. Tot voor kort was er geen methode om dit goed uit te zoeken. Pas wanneer medicijnen tegen Parkinson niet goed aanslaan, ga je als arts aan iets anders denken. In mijn onderzoek heb ik een methode gezocht om er eerder achter te komen. We kunnen de patiënt dan sneller duidelijkheid geven.”
Wat vind je mooi aan dit werk?
“Het puzzelen: wat is er precies aan de hand? Een FDG- PET scan laat het energieverbruik in de hersenen zien. Daaraan zie je – eenvoudig gezegd - het verschil in hersenpatroon tussen Parkinson en bijvoorbeeld MSA. In mijn onderzoek heb ik gekeken hoe je met rekenmethodes aan de scores van de patiënt kunt zien in hoeverre het patroon van de patiënt past bij Parkinson of een op Parkinson-lijkende ziekte. Zo’n scan is een extra hulpmiddel om het onderscheid te maken. De behandeling is niet meteen anders. Het is voor een patiënt natuurlijk wel fijn om te weten wat hij heeft. Er horen vaak ook andere klachten bij en bovendien kunnen we de prognose aanpassen.”
Waarom heb je voor dit vak gekozen?
“De exacte reden waarom Parkinson ontstaat, is niet bekend. We weten dat het dopaminegehalte te laag, is, maar hoe kan dat? Er zijn heel veel verschijningsvormen, geen patiënt is gelijk. Dus bij iedereen moet bekeken worden welke combinatie van medicijnen het beste werkt. Dat maakt het voor mij heel interessant. Door het contact met de patiënt en goed te luisteren de behandeling zo in te stellen dat er zo weinig mogelijk symptomen zijn.”
Wat vind je leuk aan werken in het WZA?
“Het WZA heeft een Parkinsonpoli. We zien zowel mensen bij wie vermoed wordt dat ze deze ziekte hebben, en mensen die de diagnose al hebben. We hebben hier verpleegkundigen die gespecialiseerd zijn en drie neurologen die zich bezighouden met Parkinson. Deze ziekte komt steeds vaker voor omdat mensen steeds ouder worden. De perspectieven voor patiënten zijn wél beter geworden.”
Wat wens je voor de toekomst?
“Het zou heel mooi zijn als we een medicijn zouden vinden dat de ziekte wél kan beïnvloeden in plaats van alleen symptoombestrijding. Iets dat de ziekte kan remmen of stopzetten. Ook willen we graag verder samenwerken met Punt voor Parkinson, hét specialistische kenniscentrum in het noorden op het gebied van Parkinsonzorg en geavanceerde behandelingsmogelijkheden. Het doel is om volledige Parkinsonzorg te leveren in het WZA, dichtbij huis en met kortere wachttijden, en wat verder weg alleen als het nodig is.”