Inge Vos (25), zaalarts
Wat doe je in het WZA?
“Ik ben sinds vijf maanden zaalarts op verpleegafdeling A1, Interne Geneeskunde. Ik coördineer de zorg voor de patiënten die daar zijn. Ik bespreek ze met de verpleging, zet de behandeling in, regel de onderzoeken en regel het ontslag. Verder begeleid ik twee semi-artsen op de afdeling. Dit zijn studenten geneeskunde die met hun laatste stage bezig zijn. Voor hen ben ik het eerste aanspreekpunt. Zelf heb ik ook die stage in het WZA gedaan, ook op deze afdeling. Die stage heeft me goed voorbereid op dit werk als zaalarts: het is alsnog een grote stap maar ik wist waar ik aan begon. Het is verantwoordelijk werk en tijdens die stage heb ik geleerd daar mee om te gaan. Of patiënten mij niet erg jong vinden? Ik introduceer me vaak als dokter Vos en hoop dat, wanneer ze merken dat ik weet wat ik doe, ik het vertrouwen win. Ik kan het goed uitleggen. Dat respecteren ze, merk ik.”
Waarom heb je voor dit vak gekozen?
“Op de middelbare school ontdekte ik al dat ik biologie een van de leukere vakken vond en dan vooral de hoofdstukken over het menselijk lichaam. Toen ik 13 was, dacht ik al aan dokter worden. Voordat ik me voor de opleiding aanmeldde, heb ik er wel heel goed over nagedacht: past het bij mijn karakter? Mijn vader is dominee, die werkt ook graag met mensen samen en bezoekt eveneens mensen die ziek zijn. Mijn moeder is onderwijzeres en dat aspect van mijn werk vind ik ook erg leuk. Ik heb van allebei dus wat meegekregen!”
Wat vind je leuk aan je werk?
“Het allerleukst vind ik het contact met patiënten. Daar haal ik de meeste waardering uit. Ik heb mijn masterscriptie geschreven over communicatie in de spreekkamer. Daarnaast, misschien klinkt dat heel cliché maar het is wel zo, vind ik het echt leuk om met verpleegkundigen samen te werken. Het samen afstemmen, alles checken, samen voor de patiënt zorgen. Verpleegkundigen doen superveel, dat wordt vaak ondergewaardeerd. Naast dat alles merk ik toch ook dat ik de processen in het lichaam ook steeds leuker gaan vinden, de intellectuele uitdaging van het werken daarmee.”
Wat vind je leuk aan het WZA?
“Ik heb heel bewust gekozen voor het WZA. Ik ben tot mijn achtste in Assen opgegroeid en ben zelf ook wel patiënt geweest in dit ziekenhuis. Ik vind kleinere ziekenhuizen fijner, met korte lijnen en lage drempels. De contacten vind ik leuker dan intellectuele uitdagingen. Mijn uitdaging zit in de relatie aangaan met de patiënten. Daar heb ik nu tijd en energie voor.”
Hoe zie je jouw toekomst in het WZA voor je?
“Als ANIOS, dus als arts niet in opleiding tot specialist, heb ik hier een fijne plek met een duidelijk omschreven functie. Mijn voorlopige toekomst ligt in het WZA. Ik overweeg heel sterk om ANIOS op de spoed te worden. Mijn uiteindelijke toekomst zie ik in de tropen, samen met mijn man die nu ook zaalarts is. Dat is waar ik heen wil en dat is waardoor ik gemotiveerd word.”