Gastroscopie (maagonderzoek)

In het kort

Bij een gastroscopie bekijkt uw arts de binnenkant van uw slok­darm, maag en twaalfvingerige darm. Zo is het mogelijk om afwijkingen op te sporen zoals zweertjes of ontstekingen, of om kleine ingrepen te doen. Via uw mond schuift de arts een gastroscoop naar binnen. Dit is een dunne, soepele slang met een lichtbron en een cameraatje dat in verbinding staat met een beeldscherm. Van tevoren wordt uw keel verdoofd. 

Voorbereiding thuis: niet eten en drinken

Om uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm (begin van de dunne darm) goed te kunnen bekijken, moeten deze leeg zijn. Daarom moet u nuchter naar het onderzoek komen. Dit betekent dat u enige tijd van tevoren niet mag eten en drinken. Als u niet nuchter bent, kan het onderzoek niet doorgaan.

Onderzoek in de ochtend (vóór 12.00 uur)

Stop de avond voor het onderzoek om 24.00 uur met eten en drinken. Eet en drink niets meer tot na het onderzoek

Onderzoek in de middag (ná 12.00 uur)

Neem voor 7.00 uur een licht ontbijt bestaande uit: een kopje thee of koffie (zonder melk) en een beschuit met jam of suiker. U mag géén boter, kaas of andere melkproducten gebruiken.

 

Voorbereiding thuis: medicijngebruik

Stoppen met bloedverdunners

Slikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan geldt: 

  • 3 dagen van tevoren stoppen met Sintrom (acenocoumarol), tenzij uw arts iets anders met u heeft afgesproken
  • 5 dagen van tevoren stoppen met Marcoumar (fenprocoumon), tenzij uw arts iets anders met u heeft afgesproken
  • in overleg met uw arts 24 uur van tevoren stoppen met DOAC: Rivaroxaban (Xarelto), Apixaban (Eliquis), Daibigratan (Pradaxa)
  • met Clopidogrel (Plavix,Grepid) of Dipyridamol (Persantin) alléén stoppen in overleg met uw arts.

Uw arts bespreekt met u wanneer u weer kunt beginnen met het innemen van bloedverdunners. Over het algemeen is dat zo snel mogelijk na het onderzoek.

Als u vragen hebt over het stoppen met bloedverdunners, neem dan contact op met uw huisarts of met de polikliniek Interne geneeskunde.

Diabetes

Hebt u diabetes en gebruikt u insuline of tabletten, dan kan het nodig zijn dat u uw medicijngebruik tijdelijk aanpast. Als u hierover vragen hebt, kunt u contact opnemen met de diabetesverpleegkundigen. Zij houden telefonisch spreekuur van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 12.00 uur en zijn te bereiken via telefoonnummer (0592) 32 51 66.

 

Het onderzoek

Een kwartier van tevoren komen

Het onderzoek vindt plaats op het scopiecentrum. Wilt u een kwartier voor het onderzoek aanwezig zijn? 

 

Voorbereiding

Vlak voor het onderzoek krijgt u een verdovende keelspray. Het ‘inslikken’ van de gastroscoop gaat daardoor makkelijker. Hebt u ooit een allergische reactie gehad op verdovingsmiddelen, bijvoorbeeld bij de tandarts? Laat ons dat dan weten voordat we uw keel verdoven.

U krijgt een 'bijtring' tussen uw tan­den, zodat u niet op de gastroscoop bijt. Als u een gebitsprothese (kunstgebit) hebt, vragen we u om die uit te doen.

 

Het onderzoek

Het onderzoek wordt gedaan door een maag-darm-leverarts of internist samen met twee verpleegkundigen.

Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzij. Uw arts brengt de gastroscoop voorzichtig via uw mond naar binnen. Het inbrengen van de scoop geeft een vervelend gevoel. Het gaat vaak soepeler als u probeert de scoop 'in te slikken'.

Terwijl uw arts de scoop beweegt, is op een beeldscherm precies te volgen hoe de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm er van binnen uitzien. Af en toe wordt wat lucht naar binnen geblazen.

Door de bewegingen van de gastroscoop en de extra hoeveelheid lucht is het heel normaal als u moet kokhalzen en boeren. Niets dus om u voor te schamen.

Soms is het nodig een stukje weefsel weg te halen (een biopt), om te laten onderzoeken op een laboratorium. Hier voelt u bijna niets van.

 

Uitslag

Voordat u naar huis gaat, hoort u de voorlopige uitslag van het onderzoek. De definitieve uitslag krijgt u tijdens uw eerstvolgende bezoek aan de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Als er weefsel is weggenomen, krijgt u dan ook de uitslag van het weefselonderzoek.

 

Na het onderzoek

Na het onderzoek kan uw keel nog een tijdje verdoofd zijn. Daarom mag u het eerste halve uur niets eten of drinken. Daarna kunt u voorzichtig met een slokje water beginnen. Gaat dit goed, dan kunt u weer gewoon eten en drinken. 

Contact opnemen bij complicaties

Een enkele keer komen er complicaties voor. U kunt dan te maken krijgen met:

  • erge buikpijn
  • een nabloeding
  • koorts
  • misselijkheid met braken 

Neem dan contact op met uw huisarts of het ziekenhuis:

  • Bel uw huisarts, als deze het onderzoek heeft aangevraagd.
  • Bel de polikliniek Maag-darm-leverziekten, als een mdl-arts het onderzoek heeft gedaan. De polikliniek Maag-darm-leverziekten is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur op telefoonnummer (0592) 32 54 57.
  • Bel de polikliniek Interne geneeskunde, als een internist het onderzoek heeft gedaan. De polikliniek Interne geneeskunde is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur op telefoonnummer (0592) 32 51 55.
  • Neem buiten de bereikbaarheidstijden van uw huisarts of de polikliniek contact op met de Huisartsenspoedpost. 

Vragen?

Als u een vraag hebt, kunt u uw vraag stellen via de BeterDichtbij-app

Is het dringend?

Hebt u een dringende vraag? Afhankelijk van welke specialist bij het onderzoek betrokken is, kunt u bellen met de polikliniek Maag-darm-leverziekten of de polikliniek Interne geneeskunde.

De polikliniek Maag-darm-leverziekten is van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 tot 16.30 uur te bereiken op telefoonnummer (0592) 32 54 57. De polikliniek Interne geneeskunde is bereikbaar op (0592) 32 51 55, van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur.

 

mdl04 - augustus 2023