- Eet gevarieerd.
- Eet regelmatig en sla geen maaltijden over. Het beste kunt u wat vaker per dag kleine maaltijden gebruiken.
- Breng afwisseling aan in smaak: zoete, zure en hartige gerechten.
- Drink voldoende.
Om het eten zacht te maken, kan een staafmixer of keukenmachine handig zijn. Het is alleen niet zo dat u al uw eten tot een pap moet malen. Het gaat er vooral om dat uw mond en kaak niet worden belast tijdens het eten.
U kunt gemakkelijk zelf testen of uw eten zacht genoeg is. Als u zonder veel druk te zetten het voedsel kunt prakken, dan mag u het best eten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan zeer zacht gekookte groenten, zachte pasta of rijst, rul gebakken gehakt of witvis.