Voor veel ouderen is een ziekenhuisopname een ingrijpende gebeurtenis. Daardoor kan het herstel thuis moeizaam verlopen. Vaak bent u moe door alles wat u hebt meegemaakt, misschien bent u minder goed ter been, mogelijk hebt u hulp nodig bij het wassen en aankleden of u vindt het lastig om uw medicijnen goed in te nemen. Ook voelt u zich misschien onzeker.
Ziet het ernaar uit dat u thuis begeleiding nodig hebt om goed te herstellen, dan hebt u tijdens uw opname een gesprek met een geriatrieverpleegkundige. Als bekend is wanneer u naar huis mag, brengt een transferverpleegkundige de zorgvraag in kaart en maakt een afspraak met een wijkverpleegkundige.
De wijkverpleegkundige kan langskomen in het ziekenhuis of beeldbellen om kennis met u te maken. Zo kan de wijkverpleegkundige horen waarmee rekening moet worden gehouden om u thuis de zorg te geven die bij u past. Bij dit gesprek zijn ook een verpleegkundige, een medewerker van de apotheek en een (zaal)arts aanwezig. Uw partner, naaste familie of mantelzorger wordt ook uitgenodigd.
In het gesprek gaat het over uw gezondheidstoestand en de problemen die u kunt tegenkomen bij uw herstel. Op die manier weet de wijkverpleegkundige precies wat nodig is om de zorg thuis zo goed mogelijk te laten aansluiten op uw persoonlijke situatie.