Echo
Om te bekijken of het verstandig is om de baby te draaien, vindt altijd een echo plaats. Hierbij beoordeelt de verloskundige de ligging en groei van de baby, de hoeveelheid vruchtwater en de ligging van de placenta. Ook wordt er gekeken naar duidelijk zichtbare grote aangeboren afwijkingen, die een enkele keer een oorzaak van de stuitligging zijn.
Draaien
De meest geschikte zwangerschapsduur om een baby te draaien is rond de 36-37 weken. Soms, als er niet zoveel vruchtwater is, kan het verstandig zijn dit al eerder te doen. Als er veel vruchtwater is of als de stuitligging pas laat ontdekt wordt, draait men de baby ook nog later in de zwangerschap. Tot aan de bevalling kan dit bijna altijd geprobeerd worden. Als de baby gedraaid moet worden, gebeurt dit door een gynaecoloog, met behulp van een verloskundige of verpleegkundige.
Tijdens het draaien lig je op een bed of onderzoekbank. Voordat de gynaecoloog met het draaien begint, controleert de arts met een CTG de harttonen en met een echo de ligging van de baby. Je krijgt een infuus met een weeën-remmend middel om ervoor te zorgen dat de baarmoeder soepel blijft en niet samentrekt.
Het is belangrijk dat je zo ontspannen mogelijk ligt en je buikspieren niet aanspant. Soms is een kussen onder je knieën prettig. Als je een goede houding hebt gevonden, pakt de gynaecoloog met twee handen de baby vast. Eén hand pakt daarbij net boven je schaambeen de billen van de baby en probeert deze uit je bekken te duwen. De andere hand pakt aan de bovenkant van jouw buik het hoofdje van de baby en duwt deze naar voren of achteren. Als het ware maakt de baby dan een koprol naar voren of naar achteren. Met de echo wordt dan gecontroleerd of de baby nu met het hoofdje naar beneden in je bekken ligt.
Voordat je naar huis gaat wordt je baby opnieuw gecontroleerd met een CTG.
Als het gelukt is om de baby te draaien, dan kijkt men bij een volgende controle altijd of de baby nog steeds met het hoofdje naar beneden ligt. Is het niet gelukt om je baby te draaien, dan krijg je in ieder geval een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen en sta je tijdens je verdere zwangerschap onder controle van een gynaecoloog of een verloskundige van het ziekenhuis.