U hebt een grote operatie gehad, maar als u naar huis gaat, bent u al voor een groot deel hersteld.
Na ontslag uit het ziekenhuis gaan het herstelproces en de revalidatie door. Van tevoren is moeilijk te zeggen hoe dit proces verloopt, het verschilt van persoon tot persoon. Het totale proces duurt ongeveer 3 tot 6 maanden. Hoe snel u herstelt hangt af van het soort hartoperatie, uw leeftijd en uw conditie vóór de operatie.
Met anderen praten over de operatie kan prettig zijn. Bedenk daarbij wel dat het herstel bij iedereen anders verloopt.
De operatie is vaak ingrijpend. U kunt zich wanneer u thuis bent angstig, onzeker of verdrietig voelen. Soms heeft uw ziekte gevolgen voor uzelf en/of uw naaste omgeving. Bespreek dit met uw huisarts of de coördinator hartrevalidatie. U kunt dan bijvoorbeeld besluiten om een afspraak te maken met een maatschappelijk werker of psycholoog.
Na de hartoperatie
Na de operatie kunt u allerlei klachten krijgen. U hebt een intensieve en spannende tijd achter de rug, waarbij uw lichamelijke en geestelijke conditie is verminderd.
U kunt concentratiestoornissen hebben, zoals moeilijkheden met lezen en vergeetachtigheid. Soms lukt het in de eerste weken na de operatie niet eens om een paar regels achter elkaar te lezen of een verhaal te volgen dat iemand vertelt. De ervaring leert dat deze concentratie en geheugenstoornissen meestal na 3 maanden verminderen en vervolgens geheel verdwijnen.
Slap en vermoeid zijn na een grote operatie is normaal, evenals last van kortademigheid bij inspanning. Door uw dagelijkse levensritme geleidelijk te hervatten, verdwijnen deze klachten meestal vanzelf.
Sommige patiënten zijn na hun operatie sneller geëmotioneerd. U kunt sneller gaan huilen, ook wanneer daarvoor (voor anderen) geen aanleiding lijkt te bestaan. Het is mogelijk dat u de eerste weken tot maanden na het ontslag weinig controle hebt over uw emoties. Onredelijke boosheid, driftbuien en snel geïrriteerd raken, zijn verschijnselen die bij het verwerken van een ingrijpende gebeurtenis, zoals een hartoperatie, kunnen optreden. Dit kan tot spanning in de relatie met uw partner leiden. Uw partner en/of anderen die bij u wonen, hebben ook een spannende tijd achter de rug.
Het heeft geen zin om emoties te onderdrukken. Probeer samen de operatie te verwerken en de gebeurtenis langzaam in het leven in te passen. Praat samen over wat u bezig houdt. Vertrouw erop dat de emotionele reacties, hoe pijnlijk ook, normaal en in de meeste gevallen tijdelijk van aard zijn.
Wondgenezing
Hoesten, niezen, lachen, hikken en persen is de eerste weken soms gevoelig. Bij een omleidingsoperatie wordt meestal een slagader uit de borstwand gebruikt. De plek waar deze borstslagader is verwijderd, kan doof aanvoelen of overgevoelig zijn. Deze pijn is duidelijk anders dan de pijn op de borst die u vóór de operatie voelde en is van tijdelijke aard. Een andere klacht die vaak voorkomt, is dat u uw hart nadrukkelijker in de borstkas voelt bonzen. Vooral in rust ervaart u dit dan sterk. Dit komt doordat het weefsel van en rondom het hart is geprikkeld door de operatie. Ook dit verschijnsel is doorgaans onschuldig en tijdelijk van aard.
Ook kan er een ader uit het boven of onderbeen gebruikt worden, al dan niet door middel van een kijkoperatie. Het voordeel van een kijkoperatie zijn de kleine sneetjes met minder kans op wondproblemen.
Van de beenwond kunt u de eerste weken klachten hebben. Vooral bij de knie en enkel kan het litteken de eerste weken een stekende pijn geven en bij het lopen kunt u de wond voelen trekken. Bij het verwijderen van de beenader is het soms onvermijdelijk dat een kleine huidzenuw wordt beschadigd. Hierdoor kan bijvoorbeeld op uw scheenbeen en enkel een gevoelloze plek ontstaan. Deze plek wordt langzaam kleiner, maar vaak blijft een klein deel van de beenhuid vreemd aanvoelen. Hoewel dit vervelend kan zijn, is er geen reden tot bezorgdheid. In de eerste weken na de operatie kan het been dik worden. Vocht wordt moeilijker vanuit het been naar het hart afgevoerd, omdat de weggenomen beenader niet wordt vervangen. Andere aders in het been nemen deze taak over, maar dit kost tijd. Naast het dragen van een kous is het raadzaam uw been regelmatig hoog te leggen als u zit. U kunt enkele weken na de operatie proberen de kous eens uit te laten. Als het geopereerde been slank blijft is de kous niet langer nodig. Zwelt het geopereerde been wel op draagt u de kous nog een week en probeert het dan opnieuw zonder kous.
Bespreek de klachten altijd met uw cardioloog tijdens uw controle bezoek.
Wondgenezing thuis
De operatiewonden zijn over het algemeen dicht als u naar huis gaat. Als er een kleine hoeveelheid vocht uit de wond lekt, kunt u een droog steriel gaas op de wond leggen. Het gaas maakt u vast met een pleister. U krijgt, als het nodig is, uitleg en materiaal voor eenvoudige wondverzorging. Gebruik de eerste weken geen poeder en zalf op de wond.
Een litteken heeft ongeveer een jaar nodig om volledig uit te rijpen. Felle zon geeft extra pigmentvorming in het litteken, waardoor het litteken beter zichtbaar blijft. U kunt littekens naast kleding ook beschermen met sunblock crèmes. Als de wondranden plaatselijk wijken of als er een draadje van een hechting zichtbaar is, mag u er niet aan trekken. De hechtingen lossen in ongeveer 6 weken vanzelf op.
Wij raden vrouwen aan dag en nacht een zachte bh zonder beugels te dragen, omdat het litteken van de borstwond minder breed en mooier geneest als er weinig spanning op komt.
Als er problemen zijn met de genezing van de wonden, dan kunt u contact opnemen met de huisarts.
Medicijngebruik
Na de hartoperatie blijft u medicijnen gebruiken. Naast de werking van medicijnen, kunnen zij ook bijwerkingen hebben. Informatie over de verschillende medicijnen, die bij hartziekten vaak worden voorgeschreven kunt u vinden op de website van de Nederlandse Hartstichting.
Wij raden u dringend aan:
- De bijsluiter te lezen.
- Nooit zelf de dosering te veranderen, en niet zelf te stoppen met de voorgeschreven medicijnen.
- Te letten op eventuele bijwerkingen van de medicijnen.
- Geen medicijnen van een ander te gebruiken, ook al heeft deze persoon dezelfde symptomen.
Bloedverdunners
Het kan zijn dat u na ontslag uit het ziekenhuis medicijnen blijft gebruiken die de stolling van het bloed remmen. Hierdoor wordt voorkomen dat stolsels kunnen ontstaan in omleidingen (‘bypasses’) of op de hartkleppen. Welke middelen worden voorgeschreven hangt van meerdere factoren af. Bij het gebruik van deze medicijnen is de neiging tot bloeden groter dan normaal. Dit merkt u bijvoorbeeld door tandvleesbloedingen bij het poetsen, (grote) blauwe plekken na stoten of langer nabloeden bij wondjes.
Bij bloed in uw urine of ontlasting moet u contact opnemen met de Trombosedienst (als u daar bekend bent) of met de huisarts.
Trombosedienst
De Trombosedienst controleert regelmatig het bloed als u acenocoumarol (Sintromitis®) of fenprocoumon (Marcoumar® ) gebruikt. Afhankelijk van de uitslag worden de medicatie vastgesteld. De hoeveelheid voorgeschreven tabletten kan wisselen. Overleg bij twijfel altijd met de huisarts of de Trombosedienst.
Sport en beweging
In veel plaatsen zijn ook sport- en zwemverenigingen voor hartpatiënten actief. Deskundige begeleiders kijken of je je niet te veel, maar ook niet te weinig inspant. Een adres bij u in de buurt vindt u op www.beweegzoeker.nl
Controles diabetici
Als u diabetes hebt, moet uw bloedsuikergehalte (vaker) controleren, omdat door de hartoperatie het instellen van medicatie vaak verstoord is geraakt.