Als de breuk redelijk herstelt, u minder pijn heeft en er geen risico is dat de zenuwen in het ruggenmerg bekneld raken, kunt u weer beginnen met bewegen. Het is belangrijk dat de gebroken wervel de gelegenheid krijgt te herstellen, daarom krijgt u een korset. Dit draagt u zo’n zes tot acht weken. Het korset is een beetje flexibel en helpt u eraan herinneren niet te buigen. Er zijn verschillende soorten korsetten, u krijgt bij het korset een gebruiksaanwijzing.
Het korset biedt steun, stevigheid en bescherming. Het zorgt ervoor dat uw lichaam tijdens het zitten, staan en lopen zo recht mogelijk blijft. Bij een rechte wervelkolom is er geen druk of belasting op de voorzijde van het wervellichaam. Dit zorgt er ook voor dat de pijn afneemt en de breuk kan genezen. Het zorgt niet voor een snellere of betere botgenezing. Het korset geeft bescherming bij onverwachte of extreme bewegingen. Als u rechtop staat, noemen we de houding onbelast. Als u naar voren buigt, wordt de breuk belast.
Als u op bed op uw rug ligt, wordt uw wervelkolom niet belast. U hoeft daarom geen korset om als u ligt. Als u weer wilt gaan zitten, doet u het korset in liggende of zittende houding om.
- Als u even geen korset draagt moet u rechtop blijven zitten of staan!
Zolang u het korset draagt, is het belangrijk dat u rekening houdt met:
- U draagt het korset zolang u zit, staat of loopt. Als u op uw rug ligt en wilt gaan zitten, gaat u eerst op uw zij liggen. Dit geeft zo weinig mogelijk druk aan de voorzijde van het wervellichaam. De fysiotherapeut zal deze houding met u oefenen. Ook kan de fysiotherapeut u uitleggen hoe u het beste uw korset kan aan- en uitdoen.
- Het is handig om thuis een bed te hebben dat op de goede hoogte staat, zodat u er gemakkelijk in en uit komt (dus niet te hoog of te laag). Wanneer u geen bed heeft dat op de goede hoogte staat, dan is het eventueel mogelijk om tijdelijk een bed bij de thuiszorg te lenen.
- Om huidirritatie te voorkomen kunt u het korset over een katoenen shirt dragen.
- In de beginperiode mag u 20 minuten zitten. Als de rugspieren sterk genoeg zijn en de pijn het toestaat om langer recht op te zitten, mag dit wat langer worden. Bouw dit langzaam op met 5 minuten. Het zitten, staan, lopen en liggen wisselt u af.
- In vergelijking met staan of liggen wordt bij zitten uw wervelkolom het meeste belast. U heeft al snel de neiging om ‘onderuit te zakken in de stoel’. Ga zitten in een goede stoel, die prettig zit en goede steun geeft. Let erop dat u goed met uw billen achter in de stoel gaat zitten. Zodra u merkt dat u onderuit begint te zakken, kunt u beter weer gaan staan of liggen.
- Als u een korset draagt mag u uw rug niet buigen. Vraag hulp voor het wassen en afdrogen van uw benen en voeten. Trek sokken en schoenen eventueel aan als u op bed ligt, of vraag hiervoor hulp.
- Als u naar toilet gaat, mag u het korset wat losser maken. Let op dat u goed rechtop blijft zitten. Vraag hulp als het niet lukt om de billen af te vegen. Een volgende keer kunt u het weer zelf proberen. Maar als het niet lukt, vraag om hulp! Het is handig om een (losse) toiletverhoger te gebruiken zodat u wat hoger zit. Deze kunt u zelf bij de thuiszorg lenen.
- Als u bij het douchen goed rechtop kunt staan, of rechtop kunt zitten op een krukje, mag het korset even af. Door zonder korset te douchen, oefent u alvast om u wat zekerder te voelen, ook zonder korset.
- Draag geen zware tassen of voorwerpen.
- Vermijd onverwachte bewegingen zoals slaan, stoten, trekken, duwen, vangen, werpen, springen, stoeien, schoppen en dergelijke.
- U mag niet zelf bepalen of u wel of niet een korset omdoet. Overleg dit altijd met uw arts.