Bij een ruggenprik (lumbaalpunctie) wordt onderin de rug, ter hoogte van de lendenwervels, wat hersenvocht weggenomen voor nader onderzoek. Hersenvocht is een vloeistof die om de hersenen en het ruggenmerg heen zit. Bij sommige ziekten verandert het hersenvocht van samenstelling of verandert de druk van het hersenvocht. Onderzoek van het hersenvocht kan helpen bij het stellen van een diagnose.
Een ruggenprik wordt gedaan in het Ouder en Kind-centrum. Je kunt tijdens dit onderzoek bij je kind blijven.
- Tijdens het onderzoek ligt het kind meestal op zijn zij. Om de rug zo bol mogelijk te maken, vragen we je kind de knieën zo ver mogelijk op te trekken en het hoofd naar de knieën te buigen.
- Met een dunne naald prikt de kinderarts in de holte tussen de lendenwervels. Hier zit het hersenvocht. Dit wordt opgevangen in een buisje.
- Het prikken doet even pijn. Daarom wordt bijna altijd van tevoren op de prikplek een verdovende pleister plakt. Van het wegnemen van het hersenvocht voelt je kind niets.
- Het opgevangen hersenvocht gaat voor nader onderzoek naar het laboratorium.
Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.