Ademhaling
De meeste baby’s halen onregelmatig adem. Soms hoor je je baby licht zuchten en op andere momenten lijkt het of je baby helemaal niet ademt. Dit komt doordat de longetjes nog heel klein zijn en de besturing van het ademhalingssysteem nog niet is volgroeid.
Kreunen
Baby’s maken tijdens het ademhalen vaak een zacht kreunend geluid. Dit heeft niets te betekenen. Bij echt harde kreungeluiden is het mogelijk dat je baby pijn heeft of zich niet lekker voelt. Bespreek dit dan met de verloskundige.
Temperatuur
Het is belangrijk dat je om de 3 à 4 uur de temperatuur van je baby controleert. Een normale temperatuur is 36,5 tot 37,5 graden. Is de temperatuur te laag, dan kun je een kruik geven (leg de kruik nooit direct tegen de baby aan). Eventueel kun je de verwarming iets hoger zetten. Een baby heeft gauw koude handjes, maar dat zegt niets over de lichaamstemperatuur. Is de temperatuur te hoog, dan is het verstandig om je baby minder warm aan te kleden. Leg je baby niet op een kamer met een open raam.
Voeding
Meestal drinkt een baby de eerste dagen niet veel. Als je borstvoeding geeft, mag je je baby om de 3 à 4 uur aanleggen. Vaker mag ook, als je baby wakker is. Let er bij het voeden op dat je baby de hele tepel goed in de mond heeft, dit om tepelkloven te voorkomen.
Bij flesvoeding is het belangrijk dat je de melk op de goede manier klaarmaakt, zodat de verhouding melkpoeder en water klopt. Lees de voorschriften op de verpakking.
Spugen
Sommige baby’s spugen nooit na een voeding en anderen geven vaak wat melk terug. Ook kunnen baby’s de eerste dag na de geboorte erg misselijk zijn door ingeslikt vruchtwater en bloed. Zij spugen dan bruin vocht met slijm. Als een baby veel spuugt, is het verstandig om je baby op de zij te leggen, zodat het slijm makkelijker uit het mondje wegloopt. Je moet er dan wel voor zorgen dat je baby niet op het buikje kan rollen. Dit kun je bijvoorbeeld voorkomen door een opgerolde hydrofiele doek voor het buikje te leggen.
Urine
Om te weten of je baby genoeg vocht binnenkrijgt, controleert de kraamverzorger het aantal plasluiers. Hou daarom bij hoe vaak je een luier verwisselt. De eerste uren na de geboorte plast een baby nog maar weinig.
Ontlasting
De eerste ontlasting van een baby heet meconium. Meestal is het zwart en kleverig. De kraamverzorger schrijft ook op hoeveel poepluiers de baby heeft. Hou dit zelf ook bij als de kraamverzorger er niet is.
Navelstompje
Na de geboorte is de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. Het achtergebleven stukje is het navelstompje. Waarschuw je verloskundige als het navelstompje blijft nabloeden.