Er zijn verschillende manieren om hartritmestoornissen te behandelen. Meestal krijgt u eerst een medicijnbehandeling. De medicijnen vertragen uw hartslag tijdens een aanval van boezemfibrilleren en voorkomen de vorming van bloedstolsels.
Antistollingsmedicijnen (bloedverdunners)
Het risico van een beroerte bij boezemfibrilleren neemt af als u bloedverdunners gebruikt. Cumarines (Sintrommitis of Marcoumar) zijn antistollingsmiddelen die de kans op een beroerte met 60 tot 80% verminderen. Bij het gebruik van deze medicijnen moet uw bloed regelmatig worden gecontroleerd door de trombosedienst om de juiste mate van bloedverdunning te garanderen. Soms is een behandeling met aspirine mogelijk. De cardioloog adviseert welke bloedverdunner voor u het beste is.
Medicijnen om de hartslag te vertragen
Om de hartslag te vertragen wordt meestal gebruik gemaakt van medicijnen als digoxine, bètablokkers (bijvoorbeeld bisoprolol, atenolol) of calciumantagonisten (bijvoorbeeld verapamil). Deze medicijnen vertragen de geleiding van elektrische prikkels door de AV-knoop.
Hoewel vertraagd, blijft het hartritme vaak wel onregelmatig.
Anti-aritmische medicijnen
Om de geleiding van elektrische prikkels in het hart te beïnvloeden, kan gebruik worden gemaakt van zogenaamde anti-aritmische medicijnen. Er zijn verschillende middelen zoals kinidine, disopyramide, flecaïnide, propafenon, sotalol en amiodaron. Om vast te kunnen stellen hoeveel u van een bepaald medicijn nodig hebt, is het soms nodig dat u voor korte tijd in het ziekenhuis wordt opgenomen op de afdeling hartbewaking. Sommige anti-aritmische medicijnen die gebruikt worden om boezemfibrilleren tegen te gaan, kunnen ernstige andere ritmestoornissen opwekken.
De cardioloog houdt rekening met uw klachten bij het voorschrijven van de medicijnen. Omdat een medicijn niet altijd het gewenste effect heeft, kan het nodig zijn om verschillende medicijnen uit te proberen.
Bij bijna de helft van alle nieuwe patiënten met boezemfibrilleren is het mogelijk om met medicijnen weer een normaal hartritme te krijgen. Met name geldt dat voor patiënten die nog maar kort (minder dan 24 uur) last hebben van boezemfibrilleren. Soms lukt het niet met medicijnen alleen. In dat geval zijn er verschillende andere behandelmogelijkheden.