Baby’s hebben een eigen slaappatroon. Een baby slaapt vaak maar 3 kwartier achter elkaar echt diep. Bij te vroeg geboren baby’s is dat nog korter. Daarna zijn ze vaak een minuut of 10 wakker, soms jengelen ze even. Meestal slapen ze daarna vanzelf weer verder. Sommige baby’s vinden het lastig om na een slaapje opnieuw in slaap te vallen.
Baby’s zijn dus ’s nachts vaker wakker dan volwassenen. Het kan weken duren voor een baby wat langer achter elkaar gaat slapen.
Slaapsignalen
Je kunt je baby helpen om in slaap te komen, maar het is ook belangrijk dat de baby leert om zelf weer verder te slapen. Het beste kun je je baby in bed leggen zodra je merkt dat je baby moe begint te worden. Over het algemeen is dat goed te zien. Slaapsignalen zijn bijvoorbeeld:
- Gapen.
- Jengelen of druk doen.
- In de ogen wrijven of langs de oren.
- Bleek worden of juist rode wangen of oren krijgen.
Vaak is een baby van een paar weken na een uur alweer aan slaap toe. Zeker als je je baby gevoed en verschoond hebt, en nog even hebt gespeeld. Gaat je baby toch huilen als het in bed ligt? Dit betekent meestal dat je baby moe is, maar dat het niet lukt om meteen in slaap te vallen. Het heeft geen zin om je baby langer op houden. Baby’s kunnen dan oververmoeid raken en vallen dan nog moeilijker in slaap.