Pijn
De verdoving is na twee tot vier uur uitgewerkt. Neem daarom bij thuiskomst direct een pijnstiller in. Daarna kunt u pijnstillers gebruiken afhankelijk van uw klachten. Meestal krijgt u voor de pijnstillers een recept mee.
Zwelling
Na de ingreep kan uw kaak gaan opzetten. De zwelling is het sterkst na twee tot vier dagen en wordt dan vanzelf minder. U kunt de zwelling tegengaan door een washandje gevuld met ijsblokjes tegen uw kaak aan te houden.
Spoelen
De eerste weken na de ingreep moet u regelmatig uw mond spoelen met een mondspoelmiddel (volgens recept): na iedere maaltijd en voor het slapen gaan.
Hechtingen
In de meeste gevallen hecht de arts de wond met oplosbare hechtingen. Deze lossen binnen 1 á 2 weken vanzelf op.
Poetsen
De eerste twee weken mag u het implantaat/de implantaten niet poetsen. Daarna ten minste twee keer per dag.
Stoppen met roken
Roken heeft een nadelige invloed op het genezen van de wond en op het vastgroeien van de implantaten. Als u rookt, probeert u daar dan (tijdelijk) mee te stoppen.
Voeding
In afwachting van een nieuwe gebitsprothese mag u alleen zacht of vloeibaar voedsel gebruiken. Het warme eten kunt u eventueel malen met een staafmixer. Brood kunt u bijvoorbeeld vervangen door pap.
Vastgroeien implantaten
Implantaten moeten vastgroeien in het kaakbot. Dat duurt ten minste twee maanden. In die periode mag er geen druk komen te staan op de implantaten.
- Bij implantaten vanwege een nieuwe prothese mag u uw oude onderprothese de eerste twee weken niet dragen. Na twee weken komt u voor controle bij de kaakchirurg. De onderprothese wordt dan (voor zover mogelijk) aangepast, zodat u deze kunt dragen totdat de nieuwe prothese klaar is. Uw oude bovenprothese kunt u gewoon blijven dragen.
- Bij een enkeltandsimplantaat spreekt de kaakchirurg met u af of u uw plaatje (of tijdelijke voorziening) kunt inhouden totdat het implantaat is vastgegroeid.