Pijn
Zolang u pijn hebt, kunt u pijnstillers gebruiken. Bijvoorbeeld paracetamol: maximaal 4 x daags 2 tabletten van 500 mg. Als de pijn minder wordt, kunt u geleidelijk stoppen met pijnstillers.
Moeheid
Tijdens uw opname in het ziekenhuis kunt u het gevoel hebben dat u alweer veel kunt doen. Eenmaal thuis valt dat vaak tegen. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet kunt.
Als u moe bent, kunt u daar het beste aan toegeven en gaan rusten.
Vloeien
Na een vaginale gynaecologische operatie kunt u nog een paar weken vloeien. Meestal gaat het om oud bloed of om wondvocht. Om het bloed op te vangen, kunt u maandverband gebruiken. U mag geen tampons gebruiken.
Gevoelloosheid
Na een buikoperatie kan de huid rond de operatiewond gevoelloos zijn, doordat er zenuwtakjes zijn doorgesneden. Het kan enige maanden duren voordat het gevoel weer terug is. Het litteken kan gevoelloos blijven.
De operatiewond zelf kan de eerste tijd na de operatie pijnlijk zijn.
Douchen, baden, zwemmen
U kunt gewoon douchen. Wel moet u erop letten dat er géén zeep bij de wond komt. In bad gaan of zwemmen kan de eerste twee weken niet, omdat het wondgebied daardoor zou verweken. Ook is er dan meer kans op infecties.
Tillen
De eerste zes weken na de operatie mag u niet meer dan vijf kilo tegelijk tillen. U kunt bijvoorbeeld geen zware boodschappentas dragen. Ook het optillen van een klein kind is al gauw te veel. Na een operatie vanwege een verzakking of incontinentie moet u extra voorzichtig zijn. Een goede graadmeter is dat u iets met een gestrekte arm moet kunnen tillen.
Met het tillen van dingen waarbij u uw hele lichaam gebruikt, moet u wachten tot zes weken na de operatie.
Ontlasting
Door de operatie kunnen uw darmen stil komen te liggen. Bovendien beweegt u de eerste tijd minder dan normaal. Hierdoor kunt u moeite hebben met uw ontlasting. Het is dan verstandig om vezelrijk voedsel te eten, voldoende te drinken en regelmatig te bewegen.
Plassen
Probeer regelmatig te plassen en neem hiervoor ook rustig de tijd.
Huishoudelijk werk
Als u zich goed voelt, kunt u licht (huishoudelijk) werk doen. Op dagen dat u meer pijn hebt of vermoeider bent, kunt u beter rustig aan doen.
Fietsen
De eerste drie weken kunt u beter niet fietsen. Ook daarna kan het zitten op een zadel nog een tijdje pijnlijk zijn.
Autorijden
Zodra u zelf het gevoel hebt dat het veilig is, mag u weer autorijden. Het is wel verstandig om de eerste keer iemand mee te vragen. Ook kunt u in het begin beter geen grote afstanden rijden.
Seks
Met gemeenschap kunt u beter wachten totdat u bij de gynaecoloog bent geweest voor controle. Masturbatie is wel gewoon mogelijk. Als u weer gemeenschap hebt, kan er in het begin nog wat bloedverlies zijn. Maakt u zich daar geen zorgen over. Dit gaat meestal vanzelf over. Bij blijvende problemen kunt u contact opnemen met uw gynaecoloog.
Werk
U kunt het beste met uw leidinggevende of arbo-arts overleggen wanneer u weer aan het werk kunt. Dit is onder andere afhankelijk van de soort operatie en het werk dat u doet.
Sporten
De eerste zes weken kunt u niet sporten. Ook kunt u beter geen buikspieroefeningen doen. Uw bekkenbodemspieren kunt u wel trainen. Als u weer begint met sporten, is het belangrijk dat u het de eerste tijd rustig aan doet.