Als de gynaecoloog aangeeft dat je in aanmerking komt voor thuismonitoring, dan kom je eerst 2 dagen achter elkaar naar het Ouder en Kind-centrum van het WZA. Tijdens deze bezoeken leren we je hoe je met de apparatuur een hartfilmpje kunt maken.
Wat heb je nodig?
Je ontvangt een koffer. Hierin zit een klein, handzaam CTG-apparaat en een speciale smartphone.
Het CTG-apparaat bestaat uit 2 banden die je om je buik doet, en 2 apparaatjes met sensoren. Het ene apparaat, meet de hartslag van je baby. Het andere apparaat, kan activiteit in je baarmoeder waarnemen door de veranderingen in de vorm van je baarmoeder te volgen.
Als je weer thuis bent, maak je eenmaal per dag een hartfilmpje (CTG). Dit doe je 's ochtends tussen 8.00 en 10.00 uur. Het maken duurt minstens 30 tot 45 minuten. Je moet het hartfilmpje uiterlijk 10.00 uur opsturen.
Opsturen van je gegevens
Je stuurt het hartfilmpje met de smartphone naar het ziekenhuis. Nadat je het hebt opgestuurd, belt de verloskundige van het ziekenhuis je. (Dit doet ze met een anoniem nummer.) De verloskundige vraagt hoe het met je gaat. En bespreekt met jou de uitslag van het onderzoek. Daarnaast geeft de verloskundige antwoord op je vragen.
Let op
- Je mag niet meer dan 1 CTG per dag maken. Alleen bij uitzondering én in overleg met de verloskundige van het WZA.
- Je mag het apparaat niet uitlenen aan anderen. Als er een CTG wordt gemaakt, komt deze altijd op jouw naam te staan.
Als je zwanger bent van een tweeling, is het technisch (nog) niet mogelijk zelf het CTG aan te sluiten.
Aansprakelijkheid
Bij beschadiging en/of vermissing van de apparatuur (CTG-apparaat en smartphone) is de gebruiker aansprakelijk. We vragen je een aansprakelijkheidsformulier te ondertekenen als je de materialen ontvangt.