Flesvoeding

• Was je handen en zorg voor een schoon werkoppervlak en schoon materiaal.
• Volg de uitleg op de verpakking.
• Geef je baby de voeding zodra deze op temperatuur is.
• Als het nodig is, kun je 1 of 2 flessen van te voren klaarmaken. Dit kan bijvoorbeeld praktisch zijn voor ’s nachts. De klaargemaakte voeding moet je direct koel bewaren. In de koelkast, lager dan 4 graden Celsius.
• Bewaar de klaargemaakte voeding niet langer dan 8 uur in de koelkast. Als de voeding niet in de koelkast kan worden bewaard, kun je het beter kort van tevoren klaarmaken.  
• Gooi voeding die over is, of niet is gebruikt, gewoon weg.

De eerste tijd kun je de baby het beste om de 3 à 4 uur voeden.

• De eerste dag krijgt een gezonde voldragen baby 10 ml voeding per keer. De tweede dag is dit 20 ml per keer. De derde dag 30 ml per keer. Zo gaat dat door tot en met de achtste dag.
  Daarna wordt de hoeveelheid voeding bepaald aan de hand van het gewicht van de baby. Dit is 150 ml per kilo (baby) per 24 uur. Als je andere adviezen krijgt van de verpleegkundige of arts van het consultatiebureau, hou je dan daaraan.
• Geef niet veel meer of veel minder dan de voorgeschreven hoeveelheid voeding. Van te veel voeding krijgt je baby last van de maag of darm, en wordt het te dik. Bij te weinig voeding groeit je baby niet genoeg.  

Een flesvoeding duurt ongeveer 20 minuten. Gaat het veel sneller of veel langzamer, controleer dan het gat in de speen en ook hoe strak de speen op de fles gedraaid zit. Hou er rekening mee dat niet alle baby’s even snel drinken, dit verschilt ook per keer. Als het voeden regelmatig langer dan een half uur duurt, overleg dan met de verpleegkundige of arts van het consultatie­bureau.

• Maak na elke voeding de fles en de speen goed schoon. Dit kan in heet sop en een speciale borstel of rager. Droog de fles en de speen daarna goed af en bewaar ze op een schone, droge plek.
• Kook de fles en de speen iedere dag 3 minuten lang uit in een pan kokend water. Uitkoken kan ook in de magnetron: vul de fles (zonder speen) met water, iets meer dan de helft. Het uitkoken in de mag­netron moet direct na de voeding gebeuren, anders komen er teveel bacte­riën in de fles.
  Als je baby 3 maanden oud is, is 2 keer per week uitkoken voldoende. Vanaf 6 maanden is afwassen in heet sop voldoende. De fles en de speen kunnen in de vaatwasser (zonder spoelglans).
• Controleer de spenen en flessen regelmatig. Plastic fles­sen met kleine scheur­tjes of barstjes moet je vervangen. Spenen zijn na 6 weken versleten en moet je dan ver­vangen.

Om flesvoeding te verwarmen zet je de fles in de magne­tron. Dus niet in een flessenwarmer of in een pan met warm water. De voeding mag niet te heet worden en mag zeker niet koken.

Let op!

Bij een magnetron kan de buitenkant van de fles koud aan­voelen, terwijl de inhoud heet is. Daarom is het belangrijk dat je de fles tijdens het warmen regelma­tig schudt (om de 10 seconden) om zo de warmte van de melk goed te verdelen.

Bij het verwarmen in de magnetron zijn de volgende tijden een richtlijn:

• een fles van 100 ml 30 seconden op 600 Watt
• een fles van 150 ml 45 seconden op 600 Watt
• een fles van 200 ml 60 seconden op 600 Watt

• Controleer de temperatuur van de melk op de binnenkant van je pols.
• Eenmaal klaargemaakte voeding mag je niet een tweede keer opwarmen. 
• Let op de houdbaarheid van de melkpoeder. Na het ope­nen van het blik of pak is de poeder maximaal 4 weken houdbaar.
• Bewaar het geopende blik of pak melkpoeder op een koele en donkere plaats (niet in de koelkast).

Voeden op verzoek 

Ook bij een baby die je flesvoeding geeft, ga je uit van 'voeden op verzoek'. Je reageert op de signalen die je baby geeft. Voed de baby in een rustige omgeving. Probeer tijdens het voeden zo prettig mogelijk te zitten. Hoe doe je dat:

• Je houd je baby mooi rechtop tegen je aan.
• Streel met de speen over zijn bovenlip. De baby zal dan zijn mondje open doen, dan mag de fles erin.
• Buig de speen naar beneden zodat er geen voeding inzit. Laat de baby een halve minuut op de lege speen zuigen.
• Daarna houd je de fles zo horizontaal dat de voeding de hele speen vult maar niet hoger.
• Wanneer de baby even pauzeert, laat je de speen in de mond. Je buigt de fles naar beneden en wacht tot je baby weer gaat zuigen. Je laat je baby kort op de lege speen zuigen en houdt dan de fles horizontaal zodat de speen vol melk zit.

Op deze manier volg je de baby in het (natuurlijk) drink gedrag. Een baby kan zo rustig en in een eigen tempo zoveel drinken als waar het zin in heeft. Belangrijk is dat je baby in 24 uur de totale hoeveelheid drinkt die nodig is om goed te groeien.

Huid-op-huid contact

Voed je baby de eerste weken zoveel mogelijk zelf. Zorg daarbij voor veel huid-op-huid contact. Dit houdt in dat je je baby bloot (eventueel toegedekt met een dekentje of shirt) tegen jouw eigen blote borst aanlegt. Op die manier leer je je kindje goed kennen en andersom. Huid-op-huid contact is belangrijk, zowel voor jezelf als voor de baby. Je kunt er gelijk na de geboorte mee beginnen en er lang mee doorgaan (bijvoorbeeld tot je kindje 1 jaar is).
Als er regelmatig sprake is van huid-op-huid contact, is een baby over het alge­meen ontspannener. De temperatuur is beter, de hartslag en de adem­haling zijn stabieler en het bloedsuikergehalte is hoger. Bovendien bevordert het contact de hechting tussen jou en jouw baby. Ook zorgt huid-op-huid contact ervoor dat de baby in aan­raking komt met dezelfde bacteriën als de bacteriën die jij bij je draagt. Dit kan helpen bij het voorkomen van bepaal­de ziektes of allergieën.

Lucht binnenkrijgen

Soms krijgt je baby tijdens het drinken lucht binnen. Hierdoor gaat een baby na het voeden vaak boeren. Houd je baby na de voe­ding rechtop voor het boertje. Klop het niet stevig op de rug, daar wordt het onrustig van. Wrijf of aai rustig, denk aan wat je zelf prettig zou vinden. Soms komt er geen boertje.

Geen vitamine K-druppeltjes

Als je flesvoeding geeft, is het is niet nodig dat de baby druppeltjes Vitamine K krijgt. Deze vitamine is al aan de flesvoeding toegevoegd.

Als je een vraag hebt, kun je contact opnemen met een medewerker van het Ouder en Kind-centrum, of met de lactatiekundige.

• De lactatiekundige is op maandag en donderdag van 8.00 - 15.00 uur aanwezig. Telefoonnummer (0592) 32 53 70. Je kunt je vraag ook stellen via de BeterDichtbij-app. Je krijgt zo snel mogelijk antwoord, in ieder geval binnen 3 tot 4 werkdagen. Let op: je kunt pas een appje sturen als een medewerker van de polikliniek in de BeterDichtbij-app een gesprek voor je heeft aangemaakt. We kunnen dit gesprek alleen aanmaken als jouw mobiele telefoonnummer en e-mailadres bij ons bekend zijn.

Is het dringend?

Heb je een dringende vraag, dan is het altijd het beste om te bellen!

verlos15 - oktober 2022